Matrescentie
Ma•tre•scen•tie
Ma•ter•scen•tie v (de; g.mv.) [Lat. mater (moeder) + -escentie (proces van worden)
1. Het geleidelijke proces van het ontwikkelen tot moeder; de mentale, emotionele en fysieke transformatie die plaatsvindt bij vrouwen (of mensen) bij het aannemen van de moederrol en het aanpassen aan de verantwoordelijkheden en uitdagingen die het moederschap met zich meebrengt.
2. De persoonlijke en identiteitsveranderende groei van een vrouw (of mens) na het krijgen van een kind, vergelijkbaar met adolescentie, waarbij bestaande zelfbeelden en prioriteiten evolueren in samenhang met het moederschap.
Afgeleide vormen: matrescentieel (bijvoeglijk naamwoord)
Voorbeeldzinnen:
Tijdens de matrescentie ervaarde zij zowel vreugde als onzekerheid.
De matrescentiële veranderingen kunnen een grote impact hebben op de relatie met de partner.
Etymologie: Afgeleid van het Latijnse mater (moeder) en het achtervoegsel -scentie, wat duidt op een proces of toestand.
Nog steeds rood onderstreept. Hoe gaan we dit woord in het woordenboek krijgen?